Bij alle vakken die bij ons op school worden gegeven, hoort een methode. Aan het eind van ieder lesblok volgt een toets, de zogenaamde methodegebonden toets. De toets geeft de leerling en de leerkracht inzicht of de behandelde stof wordt beheerst. Elke toets wordt beoordeeld met een cijfer dat tot stand komt door het toepassen van de 80% norm. Dit betekent dat 80% van de resultaten van de toets goed moet zijn om een voldoende (een 6) te halen. Deze cijfers en de resultaten uit de lessen vormen samen een gemiddelde. Dit gemiddelde komt op het rapport te staan van uw zoon/dochter. Naast deze cijfers werken we vanaf groep 3 met het Cito-leerlingvolgsysteem. Met behulp van deze methode onafhankelijke toetsen krijgen wij informatie over resultaat en vaardigheid van het geboden onderwijs op leerling-, groeps- en schoolniveau vergeleken met alle deelnemende scholen in Nederland. Zo kunnen wij aandachtspunten formuleren en – waar nodig – maatregelen treffen om ons onderwijsaanbod op de diverse niveaus te verbeteren. De resultaten worden bijgehouden in het geautomatiseerde Cito leerlingvolgsysteem (LVS).
De resultaten van de methode gebonden toetsen en de Citogegevens komen niet altijd overeen. Bij methode gebonden toetsen worden alleen net behandelde onderdelen getoetst. Bij een Cito-toets daarentegen worden verschillende onderdelen getoetst en ook onderdelen die nog niet aan bod zijn geweest. Dit om meer inzicht te krijgen in de verschillende niveaus (bijvoorbeeld plusniveau). De analyses die per leerling worden gemaakt naar aanleiding van de (verplichte) Cito-toetsen, geven een goed beeld in welke categorieën/onderdelen een leerling nog extra ondersteuning nodig heeft en hoeveel de leerling in vaardigheid is gegroeid. De te geven begeleiding wordt vervolgens in een groepsplan beschreven en hier wordt in de groep naar gehandeld. De Cito-toets heeft geen beoordelende functie maar een signalerende functie.