In de midden- en onderbouw besteden we veel aandacht aan de basisvaardigheden: taal, lezen, schrijven en rekenen. Met het onderdeel leesbeleving willen we het leesplezier bevorderen en interesse wekken voor kinderliteratuur en poëzie. Taal- en leesonderwijs In het taalonderwijs breiden leerlingen hun woordenschat uit en leren ze woorden foutloos schrijven. Daarnaast leren ze hoe je een goedlopende zin schrijft. In de bovenbouw gaan leerlingen ook zinnen ontleden en woorden benoemen. Bovendien leren kinderen hoe ze zowel mondeling als schriftelijk hun eigen mening kunnen vormen en verwoorden.
Leesonderwijs
Binnen het leesonderwijs onderscheiden we de volgende vormen: technisch lezen, b egrijpend lezen en leesbeleving. Bij technisch lezen gaat het om het hardop lezen van woorden of een tekst. Bij het onderdeel begrijpend lezen gaat het erom dat je begrijpt wat je leest, informatie weet te vinden en kunt verwerken. Begrijpend lezen is een van de belangrijkste studievaardigheden.
Leesbeleving
We vinden het heel belangrijk dat leerlingen lezen ook leuk vinden. Met het onderdeel leesbeleving willen we het leesplezier bevorderen en interesse wekken voor kinderliteratuur en poëzie. Met een bezoek aan de bibliotheek, een leeshoek in de groep, speciale aandacht voor de Kinderboekenweek en andere activiteiten vergroten we het leesplezier van de kinderen. In de bovenbouwgroepen houden kinderen een leesbeurt en/of spreekbeurt.
Schrijfonderwijs
Behalve dat we leerlingen leren duidelijk te schrijven, is er binnen het schrijfonderwijs ook veel aandacht voor het schrijven van verschillende soorten teksten in verschillende schrijfstijlen.
Rekenonderwijs
Bij ons rekenonderwijs krijgen leerlingen inzicht in getalsystemen en leren ze werken met verschillende
oplossingsstrategieën. We gaan uit van de wereld om ons heen. Kinderen leren rekenen door het praktisch oplossen van (reken)problemen die ze in het dagelijks leven (kunnen) tegenkomen.